|
|
|
Momentopname Bernard Sercu
Bernard Sercu, °1953
Leraar schilder- en tekenkunst aan SABK Ieper
Toonde de voorbije jaren werk in: Huize St. Bonaventura (Gent) en
Kunstkamers De Queeste (Abele).
In het begin werkte ik met potlood op papier.
Daarbij gumde ik bijna net zoveel als ik tekende. Bij het gummen
verdwenen niet alleen de getekende lijnen. Hier en daar kwamen de
vezels van het papier los.
De gladde, onaantastbare structuur van het wit, een wollige tastbare
huid.
Na het vele gummen bleven, als grenspalen in een landschap, de lijnen
over. De tekening werd afgebakende uitgestrektheid.
In de werkplaats van mijn vader tekende ik kandelaars en andere
objecten, met een door de tijd aangetast oppervlak.
De lijnen waren de grenzen die de materie benoemden, vorm gaven.
Tot dan had tekenen vooral te maken met aandachtige waarneming en
een nauwkeurige weergave.
In de abstracte werken heb ik de relaties lijn/vlak/materie verder
onderzocht in verhouding tot kleur, tonaliteit en schilderwijze.
Bij de verschillende technieken en materialen, zowel grafisch als
picturaal, vind je deze terug.
Eenmalig ontwikkelde ik ruimtelijk werk: lijnsculpturen.
Bij de ontdekking van de schildertoets, het aanbrengen van lijnen
en vlakken, speelde de materie een belangrijke rol. De groeisporen
in verschillende materialen als hout, steen, linnen en karton leerden
mij over het belang van de wijze waarop de verf kan worden aangebracht.
Verschillende materialen – inkt, verf op waterbasis en verf
op oliebasis – reageren anders op hout, linnen en karton.
Bij het gelaagd schilderen met olieverf op canvas ontstaat er een
relatie tussen de textuur van de onderliggende laag en de oppervlaktelaag.
Bij de werken op hout gaat de oppervlaktelaag een verhouding aan
met de structuur van de drager.
Verf en kleur verhullen of onthullen materie.
Met krassen of lineaire uitsparingen in de verfhuid bewerkte ik
in lagen geschilderde vlakken.
De motieven die ik teken, snij en schilder, zijn geïnspireerd
op de waarneming van mijn leefomgeving o.a. de plankenvloer in het
atelier, het tuinpad, de bomenrij rond de vijver.
Daarnaast hanteer ik de verhouding van de gulden snede en een rasterpatroon
met vaste verhoudingen.
Titels zijn een talige poging om greep te krijgen op het onzegbare,
het achterliggende. Zo hoop ik voor de toeschouwer die naar niet-visuele
zingeving op zoek is, het werk toegankelijker te maken.
Etienne van Doorslaer en Dan Van Severen leerden mij hoe de zuiver
plastische weergave van de ervaring met de werkelijkheid een beeldtaal
oplevert waarin de lijn, het vlak en de materie, de schildergrond
en de schildertoets, een harmonisch geheel vormen.
In het werk van bovenvernoemde kunstenaars doen deze bouwstenen
van het beeld een sublieme spanning ontstaan.
De zuiver beeldende weergave van de werkelijkheid beperkt de werkelijkheidsbeleving
niet, maar leidt naar het wezenlijke van de waarneming.
Wezenlijk is de wijze waarop je omgaat met wat je ziet/ervaart.
Zo is schilderen voor mij een groei- en leerproces om alsmaar
dichter te komen bij de ervaring van de werkelijkheid.
Met mijn werk wil ik deze ervaring delen en meedelen.
Bernard Sercu
|
|
|